Onze vakantie 2021= flexibel wezen was de
boodschap
We keken er heel erg naar uit:
eindelijk zouden we naar het markermeer en IJsselmeer gaan.
Die
plannen waren er al in 2014, maar nu pas werden ze werkelijkheid.
Even leek het er op dat de
overstromingen in de Ardennen roet in het eten zouden gooien: die
massa water zou ons vaargebied bij vertrek bereiken, net als wij er
zouden passeren.
De eerste dag, zaterdag 17 juli,
vertrokken we naar Numansdorp. Op het Hollands Diep zagen we reeds de
eerste tekenen van die overstromingen: bruin water, en her en der
takken en ander groen.
We arriveerden in de gemeentehaven tegen
12u.
Later kwamen nog toffe kennissen af, met hun Fox 22.
Zondag, 18 juli
Omwille van de
gevolgen van die overstromingen, en om tijdig de spoorbrug in
Dordrecht te halen, vertrokken we erg vroeg.
Om 5u30 waren we al
op pad.
De overstromingen hadden duidelijk
invloed op de gangbare stromingen.
Vanaf de Dortsche Kil begon ik
goed uit te luisteren met de marifoon, en dat was niet bepaald
onnodig. Op kanaal 4 , nabij Dordrecht, nam ik actief deel.
Dat
bleek even later ook erg nuttig: de spoorbrug draait eerder dan we
dachten! De uurtabellen in onze kaart, twee jaar oud, bleken dus al
vervallen.
Het scheepvaartverkeer is al aardig
toegenomen waardoor ik ook na de spoorbrug via de marifoon in contact
bleef, ditmaal kanaal 79.
We wilden de Rietbaan in, en dat meldde
ik aan Post Dordrecht, die dat meteen doorgaf aan een naderend
vrachtschip zodat hij ons de ruimte kon geven.
De doorvaarthoogte
van de Alblasserdambrug was net genoeg= 11,6m.
Het blijft
weliswaar beangstigend, telkens denk je met je mast tegen de brug aan
te gaan.
Wat verderop, bij WV St. Joris, hielden we even een
hondenplasstop (dit woord brengt vast wat op bij Scrabble :-) )
We
zetten onze tocht voor richting Waalhaven, maar intussen begint de
stroming aardig tegen te staan. Aan een slakkengangetje vorderden we
richting Hollandse IJssel. Ook hier goed de marifoon
uitgeluisterd.
Eens we voorbij de Algerabrug geraakten was de
stroming een eind minder., maar druk dat het was op die IJssel! Het
leek wel of half Nederland een waterscooter of speedbootje gekocht
had.
We vroegen ons bovendien af of al die schippers wel weten wat
ze doen: – afmeren aan boeien, elkaar de loef afsteken, rechts
houden doen ze niet, … een mierennest leek het met
momenten.
Uiteindelijk bereikten we onze bestemming: een openbare
steiger aan Gouderak. We waren er net op tijd, want 2 minuten later
lag die steiger vol.
Maandag, 19 juli
Tegen 8u30 lagen we in de Julianasluis.
Maar dat was even een bang momentje: de motor viel uit.
Zeer
slecht voor je 'tikker' om zo te zeggen.
De hele verdere tocht zal
dit een handicap zijn, tot we ergens dit probleem kunnen
oplossen.
Vanaf deze sluis wordt het konvooi alsmaar groter. Eerst
waren we alleen (groot voordeel als je steeds vroeg op stap gaat),
maar eens we aan de brug in Waddinxveen geraakten, was dat al een
aardig konvooi.
We meerden af naast een boot van de Gemeente
Zuid-Holland en slaan een praatje met de zeer vriendelijke heren. Ze
gaven ons een telefoonnummer van een jachtwerf in
Alphen-aan-de-Rijn.
Maar via de Whats-Appgroep van de Midgetclub
kregen we ook telefoonnummers door.
Die WhatsAppgroep kunnen we
enkel maar toejuichen overigens, die bleek tijdens onze vakantie
meermaals zeer nuttig!
De volgende bruggen merkten we dat “Rechts
houden” een vaag begrip lijkt bij sommige schippers. Meer dan eens
moeten die plots uitwijken en zicht tussen het lopende konvooi
wringen...
Onderweg maakten we telefonisch een afspraak bij
Jachtwerf Daniel.
Het bleef tot dan toe wat stressy om verder te
varen: telkens de motor in zijn neutraal moest, drukte ik meteen het
knopje voor de vrijloop in, en gaf wat gas om stilvallen te
voorkomen.
Leuk is dat niet, maar een stilgevallen motor is nog
erger.
Tegen 14u bereikten we de werf, en
ongelooflijk, maar de monteur kwam er meteen aangewandeld!
Hij
deed wat testen en gaf dan het advies er te blijven liggen zodat hij
de ochtend erop de koude motor kan testen.
Die avond passeerden er
nog kennissen die een snelle trip gingen doen: via Haarlem naar het
IJ en dan meteen via de nachtelijke doortocht door Amsterdam weer
huiswaarts, naar het Veerse Meer.
Dinsdag, 20 juli
|
Bentley deed quality control |
Tegen 8u30 arriveerde Fred, de
technieker. Ze deden nog wat tests, en herstelden e.e.a.
Ze
stelden wel een aardige onderdruk vast, en dat hoort niet bij een
gereviseerde motor.
Ook bleek een staafje achter de brandstofpomp
ingesleten. Het was nog 37mm lang, en dat hoorde 39 a 40mm te zijn.
Ze maakten zelf een nieuw staafje want Vetus levert die niet
meer.
Ook verving hij een koperen brandstofbuisje door een nieuwe
flexibel.
Ikzelf had in de winter de fout gemaakt per ongeluk een
dichtingsring teveel geplaatst te hebben aan de dieselfilter. Die
extra ring werd weggenomen.
Ik verwachtte een knoert van een
factuur, maar het viel goed mee.
Tevens kreeg ik een verslag mee
waarmee ik de vroegere reviseur confronteerde. Die man had de motor
gereviseerd in 2019. Zijn reactie was niet echt wat ik wou horen:
“Lees je factuur, er staat 'Herstelling', niet 'Revisie'!”. Daar
komen we niks verder mee.
In elk geval konden we weer op pad.
We
voerden verder tot in Lisse en liepen daar het haventje
binnen.
Vertrouwen in de motor was er toch nog niet, en helaas
werd dat wantrouwen bevestigd: de motor viel weer stil.
Ik belde
de werf op, maar de technieker, Fred, was net met vakantie
vertrokken.
Ik beloofde hen op de hoogte te houden en dook dan
zelf de 'motorruimte' in en verhoogde het stationair toerental wat.
Woensdag, 21 juli
We zijn rasechte
ochtendmensen, en waren dus weer vroeg op pad.
Aan het
eerstvolgende brugje viel de motor opnieuw stil.
Dit was echt niet
leuk meer.
Aan het tweede brugje, dat kortelings
zou openen, lag een vissertje doodleuk vlak voor de opening te
vissen. Je komt soms de gekste dingen tegen.
Gelukkig hadden de
heren flink wat PK's aan boord en schoten ze er vandoor zodra de brug
verg genoeg open was. Ze wilden er dus zelf ook door :-)
In Haarlem werden we gefilmd van op de
kant, het was René: wel sympathiek eigenlijk :-)
Eens Haarlem
door, stapte Katja even op de kant om te gaan betalen voor de
doorvaart, maar lang niet alle boten deden dat. Is daar eigenlijk
controle op?
Bij de volgende sluis, die van Spaarndam, voeren alle
boten er in, gingen de deuren toe en... gebeurde er niets.
We
wisten al van de vorige keer dat die sluiswachter pas opent als
iedereen betaald heeft, maar blijkbaar waren er heel wat mensen die
dat niet wisten.
Eens we dit aan een paar mensen vertelden, begon
zowat de halve sluis de kant op te kruipen en gingen ze betalen.
Nu
is de boosdoener blijkbaar de gemeente Haarlem. Op hun bonnetje
staat “Brug- en sluisgeld”.
Maar die sluis zit daar niet mee
in. De sluiswachter heeft al meermaals aan Haarlem gevraagd dat aan
te passen, maar tot op heden gebeurde er niets.
Aan de
wachtsteiger, nogal magertjes voor het konvooi dat er aan komt, lag
al een zeiljacht.
We konden er naast gaan liggen.
Deze mensen
bleek de vorige brugopening van 10u30 met een paar minuten gemist te
hebben. Dat was vast balen, want de volgende opening is pas om
14u15.
Een half uur later konden we er door, en zo het IJ op.
Fred
gaf de raad om onze motor een een goed half uur op zijn donder te
geven.
Dat was voor mij een ware opdracht, want ik hou niet zo van
hoge toeren, gedaver en veel lawaai.
Maar goed: het gas ging er op
en we scheurden richting Amsterdam marina.
Amsterdam Marina is wel een bijzondere
haven: moderne architectuur, in een oud dok. Echt speciaal.
Maar
nog specialer was de Midget die we daar zagen liggen.
Via de
WhatsApp groep leerden we dat dit een Midget is van de familie Van
Haren.
Donderdag, 22 juli
Om 8u begonnen we aan de laatste
hindernissen: de Oranjesluizen en de Schellingwouderbrug.
Na deze
hindernissen konden we beginnen opkruisen naar Monikkendam.
We
vorderden maar traag waarop we besloten het laatste stuk dan maar op
motor af te rammelen.
In de haven troffen we een technieker aan,
die bezig was op een sloep.
Ik vroeg de man of ik hem een vraag
kon stellen over een motorprobleem bij ons.
De man bleek de
Vetus-Mitsubishi-motoren goed te kennen en vrij snel wist hij vrij
zeker wat het probleem was: terugloop in de brandstofleiding. Deze
motoren bleken daar last van te krijgen als ze wat ouder worden.
Zijn
advies was om een terugslagklepje te plaatsen in de brandstofleiding.
Hij leverde zelfs en klepje dat ik dan zelf kon plaatsen.
Hij gaf
ook nog wat adviezen i.v.m. het starten van de motor.
Monikkendam
leek ons wel leuk om even naartoe te wandelen, maarde honden vonden
het wat minder, zeker door de warmte. Verder dan de pizza-zaak zijn
we niet geraakt.
Vrijdag 23 juli
Om 8u stond er meer
wind dan voorspeld. Tijdens het buitenvaren hebben we dan nog snel
het voorzeil verwisseld. Maar ik liet me weer teveel leiden door
mijn angst voor 'teveel wind'. Buiten bleek de wind minder dan ik
dacht. Hierdoor hadden we op sommige momenten wat te weinig zeil
op.
Maar het zeilde relaxed richting Hoorn.
Van planten hadden we weinig last.
Dit was de eerste trip dat ik echt
gebruik maakte van het nieuwe kompas. Wat een zaligheid om eens een
lang rak te kunnen zeilen zonder ook maar iemand tegen te komen
eigenlijk.
Maar die luxe was van korte duur: een groot duits
zeiljacht met zeil over stuurboord ging mijn pad kruisen. Ik had zeil
over bakboord. De duitser was duidelijk niet van zin uit te wijken.
Uiteindelijk vermeed ik een aanvaring door zelf te wijken. Ik deed
de schipper teken dat ik wel degelijk voorrang had, maar dat had geen
invloed op de man. Die wuifde het weg en ging doodleuk verder.
De
jachthaven in Hoorn is behoorlijk groot, we waren toch wel even
verrast, en het kostte dan ook wat moeite om de ons toegewezen box te
vinden.
Wat later ben ik aan het bunkerschip diesel gaan halen,
weliswaar aan woekerprijs.
Zaterdag, 24 juli
Ze gaven nog
aardig wat wind tot pakweg 10u. Het leek me dan ook het beste te
wachten en pas uit te varen als de wind aangenaam werd.
Ik plande
een lang rak in op kompaskoers 150°. Dan een overstag, en dat zou
me dicht bij de sluis aan Enkhuizen brengen.
De wind was prima, de
zeilsetting zat goed, en gaan maar.
Katja volgde de honden naar
binnen, die waren niet zo happy met de golfslag. Ik daarentegen was
helemaal in mijn element :-)
Een flink eind verder ging ik
overstag en legde de boot op de scherpst mogelijk koers die ons
rendement heeft. Het was wat later een behoorlijke teleurstelling
toen ik vaststelde dat ik maar weinig hoogte gewonnen had.
Daarenboven zakte de wind weg, en moest de motor op. Zucht.
Ik
mikte op de Krabbengatsluis en vroeg of ik kon schutten... helaas,
niet voor Sport, dan moet u via de Naviduct. Tja, het kleine bordje
Sport had ik niet gezien, dus, hop, naar die andere sluis.
Wat
later troffen we in de Buyshaven Ben en Thea. Leuk bijgepraat
alvast.
's Avonds nog wat inkopen gaan doen, maar dat was een
flinke wandeling. De honden hadden daar niet echt zin in, waardoor we
redelijk laat weer bij de boot waren.
Zondag, 25 juli
De
weersvoorspellingen leken ons niet zo goed waardoor we daags ervoor
al gelijk voor twee dagen de box gereserveerd hadden.
Ben en Thea
voeren wel uit, op weg naar de reünie in ons vaargebied:
Zeeland.
Wijzelf trokken weer het dorp in, en kochten een
opvouwbare bolderkar. Nu konden we wel langere wandelingen doen en
zetten we gewoon de twee bullen in de kar.
Maandag, 26 juli
Mooi en rustig
zeilweer werd er voorspeld. Onze bestemming werd Medemblik.
In de
voormiddag was de wind ruim tot half en echt aangenaam. Op zo'n 4u
tijd arriveerden we in de Pekelharinghaven. Bij aankomst waren er
toch alweer flinke Cumulonimbussen.
Hier ontmoetten we weer een
Belgisch koppel dat een jacht gehuurd heeft in Lelystad en ook vanuit
de Buyshaven naar Medemblik voer.
Een wandeling naar de
winkelstraat riep herinneringen op. Krek 3 jaar geleden waren we
daar met onze elektrische wagen, en waren we nog aan het nadenken of
we deze Midget 26 zouden kopen of niet :-)
Dinsdag, 27
juliVandaag stond er weer een mooie route op de planning: de
oversteek naar Stavoren.
Ik meende de overkant al te kunnen zien
en ging daardoor wat lakser om met mijn geplande kompaskoers.
Gaandeweg vroeg ik me af waar dat vogeleiland nu bleef, want ik was
al bijna 'over'. Tot ik dus ontdekte dat ik niet de overkant zag,
maar enkel dat vogeleiland zelf
:-D
De route was voor het lapje en tot dan
toe lekker rustig. We waren weer vroeg uitgevaren waardoor we ook het
meer zowat voor ons alleen leken te hebben.
Maar eens we bijna aan
de overkant waren nam de golfslag onaangenaam toe, en begon de wind
af te zwakken. Gevolg was een schommelende Midget, en een giek die
geen kant wist te kiezen.
Niet leuk, dus ging de motor weer op.
We
kozen voor de buitenhaven met de gedachte daags erna naar Lemmer
voort te zeilen.
Snel zetten we de kuiptent. Een passant vroeg
ons ludiek: “Verwacht je regen?”, aangevuld met een glimlach.
Nog geen twee minuten later, toen we net de laatste rits
dichttrokken, viel de regen met bakken uit de hemel.
Ik vermoed
dat die passant wat later ergens zijn T-shirt kon uitwringen :-D
Toen
ik, na de bui, bij de havenmeester betaalde voor onze 'buiten'-plek,
vroeg ik naar info voor onze geplande tocht naar Lemmer.
Haar
antwoord was even ontnuchterend en bevestigde alvast dat het nooit
fout is om vragen te stellen in die zin aan 'locals'.
“Nou, mijnheer, ik denk dat je dan
beter nu nog verkast naar de binnenhaven, na het sluisje. De golfslag
morgen zal niet aangenaam zijn.”.
Bon, dat was duidelijk. Mijn
vriendin en de honden hebben sowieso al een probleem met helling en
golven, dus: hop, snel door het sluisje.
De wind was al wat toegenomen, de
bijhorende golven uiteraard ook.
We draaiden net de hoek om, en
onze Midget kreeg meteen klappen door de golven. Als dit volgens de
havenmeester nog 'normaal' is, wat gaat er hier dan de volgende dag
staan???
We wrongen ons nog net het sluisje in,
en prompt moest ik vol achteruit slaan, omdat er een bijbootje met
opgetilde buitenboordmotor voor onze neus bengelde. Het schroefje van
dat buitenboord motortje is niet bepaald uitnodigend voor onze
romp.
Vreemd was dat de man van de boot, waar dit bijbootje bij
hoorde, geen aanstalten maakte er ook maar iets aan te doen.
Wat
later liepen we de mooi verzorgde binnenhaven binnen. Tijdens de
hondenwandeling zagen we bekende gezichten in het zwembad daar: het
Belgisch koppel met hun dochtertje, dat we al eerder ontmoet
hadden.
Ze bleken dus hetzelfde idee gehad te hebben als wij: van
Medemblik naar Stavoren.
Ze wisten nog niet goed wat te doen,
omdat ze die komende vrijdag het zeiljacht moeten afleveren in
Lelystad.
Woensdag, 28 juli
Vertrokken om 9u
met als doel binnendoor naar lemmer te varen.
We hadden de fok of
genua kunnen zetten, maar omdat enkel het eerste deel wind mee is, en
het laatste deel wind tegen, verkozen we dan maar de hele weg op
motor te doen.
Zelfs met wind mee mat ik nog vlagen tot 30 knopen.
Dat is fors.
De bruggen draaiden telkens meteen als we aankwamen,
dat was een flinke meevaller.
Op de Fluessen duwde de wind ons
flink vooruit.
Maar de pret eindigde aan het Koevordermeer: daar
kregen we wind op kop, aangevuld met een vette regenbui als toetje.
We konden, dankzij onze korte
romplengte, vrij gemakkelijk een plekje krijgen bij de jachthaven
Lemmer Binnen.
's Avonds liep er een randmeer van
scouts binnen. Die hebben daar een tent neergezet, en begonnen een
private BBQ (nochtans verboden).
Donderdag, 29 juli
Vanwege de weers- en windvoorspellingen
besloten we maar een dag extra te blijven liggen.
Toen we ons
hoofd buiten staken, zagen we daar dat tentje van die scouts staan...
te midden van rommel rondom rond.
Ik dacht dat de jeugd nu toch el
meer begaan was met milieu en klimaat, maar deze jongeheren vonden
het perfect kunnen zo.
Lang duurde het niet of de havenmeester
schudde de tent doorheen en gaf de jongelui exact 10 minuten om weg
te wezen.
Gelukkig voor hen was het tentje een type 2-seconds
zodat ze snel konden vertrekken.
Een wandeling langs het
strand bevestigde meteen dat onze keuze de juiste was. Zand woei
zelfs over de dijk.
Bij de
watersportzaak 'Op Drift' kochten we
een kleinigheid, en tijdens de babbel bood ik de zaakvoerder mijn
boekje aan: 'Ik Zeil in Zeeland'. Dat vond hij best wel een leuk boek
waarna hij het te koop zetten in zijn zaak.
Vanaf heden is mijn
boekje dus ook daar verkrijgbaar :-)
Vrijdag, 30 juli
We vertrokken op
9u. Op het Koevordermeer, nu een pak rustiger dan twee dagen geleden,
een Midget 26 gespot onder Duitse vlag. Helaas geen bootnaam te
bespeuren.
Het was een rustige tocht langs de
Helomavaart.
Maar die rust, ook de mentale, liep ten einde aan de
oude Driewegsluis. Van her en der verzamelden zich daar motorbootjes.
De drukte werd echt onaangenaam. Gelukkig was er weinig wind zodat ik
onze M26 redelijk goed op zijn plek kon houden. De motorbootjes
hielden ook voor geen meter rekening met elkaar: achterom kijken werd
(bewust?) niet gedaan, rechts houden evenmin.
Doordat ze zo
ongeveer het ganse vaarwater innamen, had de tegenliggende uitvaart
geen ruimte.
Daardoor werd de situatie nog rommeliger. Bootjes
haalden elkaar in, wrongen zich ergens tussen... en de wachtsteiger
kon maar goed 4 boten aan, wat geenszins bijdroeg tot een ordelijke
gang van zaken.
Het was niet verwonderlijk dat er ruzie van kwam
toen we de sluis invoeren, en er een schippersvrouw van een motorboot
vond dat we hen voorstaken.
We hadden de boot niet eerder gezien,
dus kunnen niet beamen dat we hen effectief voorstaken.
Wel kwamen
wij van de wachtsteiger en zij zeer zeker niet.
Een woonboot die
tussen ons in lag probeerde ook om de sluis in te varen, maar door al
die voorstekende motorbootjes kon dat niet.
Arme schipper, die
gaat daar nog lang liggen...
Na deze sluis, met stip een pak
drukker dan de Krammersluizen, of de Grevelingensluis, konden we
verder richting Giethoorn.
In Giethoorn schoot er plots, vlak voor
mijn neus, en bootje uit een piepklein zijkanaal. Die jonge kerel
schrok zich een hoedje, maar voer doodleuk aan de overkant, een ander
kanaaltje in.
Het bootje dat hem volgde was zo kort bij ons, dat
die kerel de buitenboordmotor snel in achteruit zette, en net op tijd
zijn sloepje kon stilleggen toen wij passeerden.
Kamikaze-pilootjes...
Op de Beulakkerwijde was een steigertje
met nog een plek vrij. Daar meerden we af voor de nacht.
We wilden
de honden daar uitlaten, maar de dijk was helemaal dicht gegroeid en
het krioelde daar van de muggen.
Ikzelf ben een ware muggenmagneet
dus een aangename plek was dat niet.
We zetten dan onze kuiptent,
terwijl het sloepje dat achter ons lag, verzekerde dat die aankomende
regenbui ons wel zou passeren. “Het blijft droog hoor, dat is wel
vaker zo”.
Ook nu begon het te gieten, net als we
alles dicht geritst hadden.
We konden door de regendruppels op de
ruit heen, nog net zien de gozer snel zijn kuiptent open vouwde.
Na de bui besloten toch maar te
verkassen. De honden moeten deftig kunnen wandelen, niet op een
dichtgegroeide dijk. Doembeelden van honden vol teken, en een teek
onder mijn oksel passeerden al, dus snel de kuiptent weg en
losgooien.
We konden nog net op tijd door de Blauwe Handbrug.
Verderop vonden we nog een plek langs
de oever, waar nog boten lagen.
De kuiptent ging er weer op, en we
gingen een hondenwandeling maken.
Ik stond nog geen tien seconden
op de oeverkant, of een 'daas' stak me. “Auch!”
Ik sloeg het
beestje weg, maar die beet meteen opnieuw. Chuck: twee dikke bulten
tot gevolg.
Uit voorzorgen rolde ik me die avond volledig in met
muggenspul. Als het kon, deed ik zelfs mijn oogleden :-D
Zaterdag, 31 juli
Zeer vroeg voeren
we al uit. Het muggenspul heeft geholpen, het vliegennet over de
kajuitingang ook.
De twee muggen, die toch nog binnen zaten,
zochten zich, volgezogen via een plek op mijn voet, een weg naar
buiten...
Om 8u konden we door de Beukersluis. De sluiswachter
had kennelijk geen vroeg volk verwacht, zodat hij een en ander snel
moest regelen, en zijn koffie terwijl koud werd.
We kregen felle
wind tegen. (Dat werd stilaan een gewoonte...)
Tot aan het Zwarte
Meer was die wind nog enigszins beheersbaar, maar eens we het Zwarte
Meer op draaiden, kwam ik bijna in de problemen. Met de motor quasi
op volle kracht, vochten we ons vrij van de lager wal, bezaaid met
stenen en stokken.
De situatie daar, aan lager wal, was zeer
beangstigend. Elke golf duwde de boot weer stil. Snelheid misschien
nog één knoop over de grond. Nee, dit is verre van gezond.
Met
een slakkengangetje probeerden we onder de wal te kruipen. Met de
wind vol op kop bracht dat weinig op zodat het Zwarte Meer naar ons
gevoel haast leek dan het Markermeer :-D.
Heel langzaam aan werd
de Ramspolbrug groter. We konden er volt onderdoor volgens de kaart,
maar voor alle zekerheid riep ik ze toch op: “Ter informatie,
mijnheer: de brug draait niet bij deze wind, maar u kan er vlot
onderdoor met uw 11 meter doorvaarthoogte.”
Na de brug ging het
alweer wat beter. Alleszins was de golfslag een stuk minder.
De
Schokkerhaven leek ons weinig beschut waardoor ik koos voor de
jachthaven Ketelmeer.
Eerst even het Ketelmeer over via de
beschutting van het IJsseloog.
Het stukje tot aan die beschutte
zone was wel even flink rollen, maar des te aangenamer was de
beschutte plek.
In tegenstelling tot wat we hoopten was er aan
deze jachthaven helemaal niets: geen bakker, geen supermarkt. Wel
vonden we een pizzeria in Dronten die wel in de haven wou leveren :-)
Zondag, 1 augustus
De
weersvoorspellingen waren weerom van die aard, dat het veiliger leek
binnendoor verder te gaan, dan het Markermeer te kiezen.
We waren
iets te vroeg vertrokken in de jachthaven, zodat we nog moesten
wachten aan een rot versleten wachtsteiger aan de Roggebotsluis.
(Dat rot versleten mag je letterlijk nemen).
Eens door de sluis verwachtte ik geen
noemenswaardige hindernissen tot aan Elburg. Op de gloednieuwe kaart
staat niets aangeduid. Maar dan duikt er een sluis op, nog nieuw
blinkend, en met net een flinke stroom aan boten die uitvaren.
Vlak
voor onze neus gaat de deur weer toe... ik weet het VHF-kanaal niet
van deze, mij totaal onbekende, sluis.
We meren af aan de
wachtsteiger.
Dan komt er nog een boot aan, en nog
een, en nog een... uiteindelijk ligt de wachtsteiger vol. Een beetje
later opent de sluis zich en volgt er een uitvaart aan boten die
sterk doet denken aan deze van de Volkeraksluis.
Eens we er allemaal in liggen komt er
een stuard die ons liet weten dat er geen verval is. Deze hele
operatie is gewoon een test.
In de nabije toekomst zou de oude
Roggebotsluis afgebroken worden
Al vanuit de sluis zag ik gitzwarte
wolken aankomen. Ik verwachtte sowieso al felle regen, dus had mijn
pak al aan. Moet een raar zicht geweest zijn, te midden van allemaal
motorboten in de sluis, met schippers in T-shirt.
Maar eens de sluis uit begon het te
gieten. Echt gieten. En het bleef gieten, urenlang.
Zichtbaarheid met momenten minder dan
50 meter.
Toen we eindelijk aan jachthaven
Flevostrand arriveerden stopte het met regenen, en konden de honden
even van boord.
Toen de honden nog maar goed en wel aan boord
waren, na een korte wandeling, begon het opnieuw te gieten.
We
voeren richting brug aan Harderwijk. Katja had in Flevostrand
gevraagd aan de havenmeester of deze brug draaide. Dit omdat ik
twijfelde: bij beweegbare bruggen staat op de kaart steeds BB, en bij
deze brug niet...
“Ja hoor, die brug draait.”.
Mooi niet dus, het is een vaste brug.
Ik draaide terug en bekeek de kaart nog eens goed. Ik bladerde naar
een detailkaart van de jachthaven en zag daar een soort aquaductje in
de hoek van de kaart.
Hehe, is dat even geluk hebben.
Na deze aquaduct stoomden we naar
Zeewolde en hielden het daar voor bekeken.
Koud en nat van de
regen zetten we de kuiptent en schonken ons een kasteelbier in.
Na
het welverdiende biertje ging in onze 10 liter waterbidon
vullen.
Toen ik weer aan boord wilde stappen, verloor ik mijn
evenwicht, schaafde mijn scheenbeen aan de zeereling, en miste net de
handgreep op de kajuit waardoor ik mijn pols verstuikte.
Deze dag was echt geen succesdag! Maar
ik was gelukkig niet in het water gedonderd, tussen boot en steiger,
dan had het nog erger kunnen aflopen.
(PS: Flamazine pikt WEL :-)
)
Maandag, 2 augustus
We vertrokken rond 8u15. Zacht briesje,
maar wel op kop.
Bij de Nijkerksluis werden we gevraagd er nog net
mee in te varen, en vast te maken aan de 'niet-draaiende'
sluisdeuren. Deze sluis leek zo gevuld met de schoenlepel.
Verderop,
op het Eemmeer spotten we een Midget 20, Bobber. Leuk, zo af en toe
een Midget tegenkomen.
Na de Stichtsebrug liepen we Almere Haven
binnen. We hadden verder gekunnen, maar ik wilde nog een herinnering
ophalen in de havenkom: drie jaar geleden passeerden we ook hier met
onze elektrische wagen, en zagen we een Fellowship liggen. We waren
toen nog aan het nadenken over de aankoop van onze M26.
Het was
nog maar 13u, maar een uurtje later lag de haven vol, we waren dus
net op tijd.
Dinsdag? 3 augustus
Om 8u voeren we uit, dit om tijdig de
Schellingwouderbrug te halen.
Net bij het uitvaren passeerde de
Dream Catcher ons, een Midget 20.
Zij sneden een stuk van het
IJmeer af, door kort langs Pampus te varen, richting het IJ.
Ik
durfde niet zo kort te gaan omdat ik het water er niet ken, dus
maakte een grote bocht en sneed maar een stukje af. Goede uitkijk
voor al die grote plantenplekken was niet overbodig.
Maar het
afsnijden was wel nuttig want we haalden de brugopening maar net.
Na
de Oranjesluizen, wat verderop, vulden we de dieseltank en de twee
extra bidons. We willen nooit meer zonder diesel vallen, zoals ons
bijna gebeurde in 2018 toen we deze Midget 26 naar huis voerden.
De
Spaarndambrug haalden we mooi op tijd.
Daarna voerden we nog tot
net naar de Spaarndamsluis, waar we aan de praat geraakten met een
ouder koppel met een mooi klassiek zeiljacht. Zij hadden hun
thuishaven bij WV Haarlem, net om de hoek.
Dus na de sluis
draaiden we de Mooie Nel op, om daar een overnachtingsplaats te
vinden. Gemakshalve volgden we het oudere koppelen liepen ook hun
jachthaven binnen. Maar dan zag Katja een bordje: enkel voor leden.
Oeps! Gauw motor in achteruit en weer buiten varen.
Het oudere
koppel zag dat we stopten, en gebaarden dat we wel binnen mogen. Ze
wezen ons een plekje in het binnenkommetje van hun haven.
Wat een
zalige rust in dit pittoreske haventje!
WSV Haarlemse
Zeilvereniging: hier gaan we nog wel eens stoppen :-)
Woensdag,
4 augustus
We kozen er voor om weer vroeg te vertrekken. Eigenlijk
hebben we daar geen moeite mee, zelfs tijdens onze vakantie liggen we
zelden om 7u30 nog in ons bed.
Vrij vroeg waren we al met een konvooi
mee door Haarlem. Stilaan werd dat konvooi groter en groter.
Tot
aan de Sassenheimbrug verliep alles nog gemoedelijk.
Omdat deze
brug maar een paar keer per dag draait, hoopt er zich een aardige
hoeveelheid boten op, meer dan de wachtsteiger aan kan. Vreemd
eigenlijk, dat er zo weinig wachtsteigers zijn.
We waren 2 een uur
te vroeg aan deze brug, niets aan te doen. Jammer dat de honden er
niet af konden.
Ze konden er wel af aan een steigertje een beetje
terug, wat we dan ook eerst gedaan hebben, alvorens aan te sluiten
aan de wachtsteiger. Een jacht voor ons deed de moeite van de
wachtsteiger niet en meerde af aan een woonboot. Hij riep ons dat de
brug “Binnen 15 minuten” zou draaien. Hmmm, die man heeft
verkeerde info bij zich vrees ik. Pas om 15u01 zal ze openen.
Na
de brugopening voerden we verder tot op het Braassemermeer. Tijdens
de tocht er naartoe begon ik me meer en meer te ergeren aan twee
boten in het konvooi: een klein houten jachtje met twee Duitsers aan
boord, en die ene man met zijn verkeerde info: voorsteken, niet
rechts houden, gaan stilliggen vlak voor de wachtsteiger zodat we er
niet bij konden, rondjes draaien vlak voor de brug... en vooral: niet
naar de VHF luisteren. (maar hij zal later zijn lesje wel
leren...)
Uiteindelijk hielden we halt aan jachthaven De
Brasem.
We zetten opnieuw onze kuiptent, en blijkbaar weer net op
tijd :-)
Hier betaalden we via een omslag in de brievenbus, want
na de felle regenbui was de havenmeester blijkbaar al huiswaarts.
Donderdag, 5 augustus
We vertrokken iets later dan gepland,
maar dat zou geen probleem mogen zijn met de bruggen die nog in het
verschiet lagen.
Bij werf Daniel stopten we even, en zagen dat
Fred weer aanwezig was. Ik deed hem verslag over de motor en het
terugslagklepje.
Na de babbel voerden we verder, naar de volgende
brug.
De twee boten, waar ik me enkele dagen eerder al in ergerde
waren weer van de partij. Ze bleken hun lesje nog niet geleerd te
hebben.
Op het stuk waar duidelijk een bord staat dat inhalen
verboden is, staken ze via de bakboordwal vrolijk iedereen
voorbij.
Maar daar kwam nu verandering in: aan de Ameliabrug
vernam ik via de marifoon dat er EERST een groot containerschip zal
doorvaren, na de brugopening en dan pas de jachtjes door mogen.
Beide jachtjes die duidelijk lak hebben
aan de vaarregels draaiden intussen leuk cirkeltjes voor de brug...
totdat daar dus plots dat containerschip opdoemde. Die moeten me daar
geschrokken hebben! Les van de dag: luister steeds de marifoon uit
op het juiste kanaal, en hou je aan de regels
Maar helaas: bij de
volgende brug wilden ze net hetzelfde doen. Nu kon dat niet omdat de
brug al open was, en er flink wat tegenliggend verkeer was.
In de Julianasluis lagen we vooraan en
konden er als eerste uit. Nu de laatste etappe: tot aan de steiger
in Gouderak. Die valt niet op zolang er niemand afgemeerd ligt. En
deze keer was het ook zo. De hele kudde voer voor voorbij, wij
meerden daar als enige af.
Vrijdag, 6 augustus
Om 7u15 waren we weer op pad, naar de
Algerasluis die pas om 9u20 opent. Tijd genoeg om eens rustig de
Hollandse IJssel af te varen.
We keken goed uit of er nog publieke
plaatsen zijn waar je kan stoppen voor de nacht. Maar helaas: geen
enkele deftige plek.
Na de Algerasluis ging het naar de
Alblasserdambrug. Alles was nog steeds even rustig, beangstigend
rustig.
Op het marifoonkanaal was het ook doodstil.
Net als de Alblasserdambrug zou openen
voeren wij er onderdoor. En dan, plots... een schoolvoorbeeld van
totale idioterie: een paar Duitse jachten komen uit een zijdokje
geschoten, op weg naar de brug die aan het openen is, en ze waren
totaal niet van plan uit te wijken, noch voorrang te geven. Compleet
van de pot gerukt, deze manoeuvers!
Via de Rietbaan gingen we
verder naar de Dordrechtse spoorbrug. Opnieuw goed uitluisteren en
Post Dordrecht inlichten dat we uit de Rietbaan zullen komen en
oversteken naar de spoorbrug.
We waren iets te vroeg zodat ik
meldde dat we daar wat heen en weer zullen varen tot er een
brugopening is.
Andere jachten bleven ofwel ver weg, of meerden af
aan een wachtsteiger uit het zicht.
En dan plots springt het licht
op roodgroen en dan groen: we gaan er gauw door en zien nog net een
jachtje volgas afkomen naar de brug. De brugwachter hield de hele
tijd de brug open, hoe sympa is dat!
Intussen schakel ik naar het
nieuwe marifoonkanaal 04 en meld me aan, waarop de man vraagt wie ik
juist ben, waar ik me bevindt. Het jacht achter ons meldt
niets.
Hierdoor ontstond er een vervelde situatie omdat er
verschillende vrachtschepen zijn met verschillende
bestemmingen.
Weerom zeer blij dat ik uitluisterde en me meldde,
zo konden we veilig de Dortsche Kil op.
Vlak voor de vluchthaven
kregen we weer een vette bui over. Daarna vroeg ik op kanaal 71
toestemming om even de vluchthaven binnen te lopen, wat toegestaan
werd.
Zo konden de honden even hun poten strekken en checkte ik
even alle navigatieverlichting.
De wind was intussen fors. Vlagen tot
meer dan 28 knopen.
Op de hoek van de Dortsche Kil en het Hollands
Diep was het echt aan het spoken waarop we besloten het voor bekeken
te houden, en liepen Strijensas binnen.
Zaterdag, 7 augustus
De laatste dag.
Tot op die dag stond de teller met de zeildagen op amper 4. Nogal
magertjes.
Dus probeerden we er nog een 5e aan te breien en
zeilden tot aan de Volkeraksluis op een aan-de-windse koers.
Na de sluis was zeilen geen succes: ik
had geen zin in opkruisen, de wind bleef toenemen, en er waren al
buien in de buurt.
Dan maar op motor tot aan onze haven.
Nog
één brugje te gaan: het voetgangersbrugje, één van de
hoofdrolspelers in mijn boekje 'Ik zeil in Zeeland' :-D